NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Benoist, elie

betekenis & definitie

BENOIST (Elie), predikant, geb. te Parijs 20 Jan. 1640, overl. te Delft 15 Nov. 1728, zoon van François B., concierge van het hotel La Trémoille en Marie Chaudron, bezocht achtereenvolgens de colleges van Harcourt, Montaigu en La Marche, waar hij zich in de rhetorica en in de wijsbegeerte bekwaamde en voltooide deze studies te Montauban. Opgevoed in het protestantsche geloof, schijnt hij op 17-jarigen leeftijd voor korten tijd tot de Roomsche kerk te zijn teruggekeerd. (Zie hiervoor het hieronder vermelde werk van Haag).

< >