BAERS(Johannes),ookJoh. Paschasius BaersiusofBarsiusgeheeten, geb. te Gent in 1580, zoon van Paschasius (zie hieronder), 30 Mei 1602 als theol. student ingeschreven te Leiden, predikant te Scherpenzeel in 1605, te Fijnaart in 1610, te Vreeswijk in 1619, naar Pernambuco in Brazilië in dienst der West-Indische Compagnie ten jare 1629, te Vreeswijk teruggekeerd in 1630, is hij wegens begane misslagen geschorst in 1 631.
Toch kwam hij op aanbeveling der classis Utrecht in 1632 te Soest, emeritus Maart 1645, gest. 1653. Van hem is verder alleen bekend, dat hij de Synode te Zutfen bijwoonde in 1607, afgevaardigd door de classis Arnhem, en dat hij twee geschriften heeft uitgegeven: Olinda, ghelegen int Landt van Brasil, inde Capitania van Phernambuco .... geluckelijck verovert op 16 Febr. 1630. Onderhet beleydt van Henrick Lonck,.... Cort ende claer beschreven door Joannem Baers, Dien. des G. W. inde Heerlijckheyt van Vreeswijck, gheseyt de Vaert, als een sichtbaer ghetuyge int 50ste jaer syns ouderdoms (Amst. 1653) en Cornu copiae, dat is, een boek van allerlei materien, te Amsteldam gedrukt tot kost en last van den autheurin hetjaar 1648, ‘een zonderling boekje’ genoemd.
Zie:Visscher en van Langeraad, HetProtestantscheVaderland I, 291 en de daargenoemde bronnen; Kerkel. Handb., 1903, Bijl, 154; 1910, Bijl, 164, 169;Reitsma en van Veen, Acta IV, 139, 153.
Knipscheer