NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Ambrosius, johannes sr. (1)

betekenis & definitie

AMBROSIUS (Johannes Sr.) (1), of Ambrosii, geb. in 1546, overl. 16 Oct. 1599; eerst pastoor, daarna predikant te Sybecarspel (N.-H.), waar hij in 1570, een zoon, Lucas kreeg (zie hieronder) en in 1573 behoorde tot de ‘papen, die haer gereformeert hebben, die redelyckzyn van leven ende nyet bloetdorstich geweest’. Hij heeft zich aan ‘dese ordeninge ende maniere van doen onderworpen’.

Nadat hem in Juli 1573 was ‘toegelaeten omme te predicken’, woonde hij reeds sedert April 1574, en waarschijnlijk ook al in October 1573, de vergaderingen van de ‘dienaeren van Noorthollant’ als gewoon lid bij. Zijne predikgaven trokken al spoedig, in 1576, de aandacht der gemeente te Hoorn, die hem beriep, maar te vergeefs, daar Sybecarspel hem niet wilde loslaten. Gelukkiger was Amsterdam in 1580, maarniet dan nadat reeds in 1578 eene poging om hem aldaar te verkrijgen mislukt was. Eerst na twee jaren gaf de gemeente Sybecarspel toe. In 1585 was Ambrosius scriba der Synode, in 1591 gewoon lid en in 1596 praeses, ook gedeputeerde in zake Pibo Ovitius, die van Wieringen vertrok. Een enkele maal noemt H.v.d. Corput hem in zijne brieven aan Arnoldus Cornelii. In 1593 was Ambrosius eenigen tijd predikant bij leening te Utrecht.

Zijn kleinzoon, Johannes (2), zoon van Lucas, kwam als proponent te Loenen in

1628, en daarna te Rhenen (1644) en te Woerden (1653), gest. 1655.

Salomon Savry heeft zijn portret gegraveerd.

Zie:Reitsma en van Veen, Acta I, 8, 18, 23, 40, 59, 129, 132, 158, 210 v., 217, 229; Veeris en de Pauw, Vern. kerkel. Alphabeth 6; Arch. v. Kerkgesch. 1898, 80; H.G. Rogge, Joh. Wtenbogaert(Amst. 1874) I, 122; J. Reitsma, Franc.

Junius (Gron. 1864) 128; Werken Marnix-Vereen. Serie III d. II, 196, 223, 261; Kerkel. Handb. 1907, Bijl., 162,166; 1908, Bijl., 100,139,144; 1910, Bijl., 164; J. Han i a, Wernerus Helmichius (Utrecht 1895) 71, aant. 6.

Knipscheer

< >