NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Adrichem, h. van

betekenis & definitie

ADRICHEM (H. van), 17de-eeuwsch dorpsrederijker, lid, waarschijnlijk factor, van de Zoetermeersche Kamer ‘'t Meer-bloemken.’ Op het feest, dat de ‘Sonbloem’ te Kethel van 2 tot 7 Aug. 1615 uitschreef, verwierf hij voor zijn kamer een prijs voor het ‘knie-werck’ en het ‘best pronuncieren’. Zijn bijdragen vindt men opgenomen in den bundel: Der Reden-ryckers stichtighe aenwijsinghe, van des Werelts dwaelpaden ... reden-rijckelick vertoont binnen den Dorpe vande Kethel, op 't onsluyt der vraghe Waerdoorde Wereltmeestheyloos en blindich dwaelf? (Schiedam 1616) 49 e.v., 178 en 223, onder de spreuk ‘Met Zoetheyt meer,’ vermoedelijk die zijner Kamer. Op het landjuweel door ‘Aensiet Liefd’ te Vlaardingen in 1616 bijeengeroepen won hij prijzen voor ‘'t beste spel’ en ‘'t beste liedeken’. Zijn refreinen en liederen komen voor in den daarna uitgegeven bundel: Vlaerdings Redenrijck-bergh metmiddelen beplant etc. (Amst. 1617) die hij, behalve met ‘Met Zoetheyt meer,’ ook ‘H.V.A. Weldoen verblijt’ onderteekende.

< >