Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Wilhelm grüning

betekenis & definitie

* 2. 11. 1858 te Berlijn, waar hij thans als zangleeraar is gevestigd, was destijds een zeer gevierd heldentenor, maakte 1885—1888 deel uit van de Duitsche opera te Rotterdam en zong in Amerika zoowel als te Bayreuth. Was van 1898 tot 1911 verbonden aan de hofopera te Berlijn.

Van 1888 tot 1898 heeft hij geregeld medegewerkt aan de Festspiele te Bayreuth.