* 25. 9. 1741 te Bechin (in Boh.), ✝ 23. 1. 1805 te Weenen, componist. Leerling van Dittersdorf en Nardini.
Werd compositore di musica van aartshertog Ferdinand te Milaan en volgde dezen 1746 naar Weenen. Het aantal zijner composities (opera’s, symphonieën, kamer- en kerkmuziek) moet onbegrijpelijk groot zijn en volgens eigen opgave meer dan 700 bedragen, waaronder 88 symphonieën, zeer vele kamermuziekwerken, kerkelijke muziekwerken, Ital. opera's, enz. Een groot deel daarvan is gedrukt, zijn werk vertoont overeenkomst met zijn leermeester Dittersdorf; in het bijzonder worden zijn vioolcomposities geprezen.
