Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Theodor kirchner

betekenis & definitie

* 10. 12. 1823 te Neukirchen, ✝ 18. 9. 1903 te Hamburg, pianocomponist, leerling van K. F.

Becker en J. Knorr te Leipzig en Joh. Schneider te Dresden, bekleedde onderscheiden betrekkingen, was o.a. organist te Winterthur, 1873—1875 directeur van het cons. te Würzburg, 1883—1890 leeraar aan het cons. te Dresden, ten slotte te Hamburg. Heeft nagenoeg uitsluitend pianomuziek, romantisch van stijl, geschreven en veel er van is ook nu nog het spelen en aanhooren waard. Het publiek, ook het muzikaal ontwikkelde publiek aanvaardt zijn kunst echter met ongerechtvaardigde onverschilligheid. Zijne composities bestaan uit ruim 100 opusnummers (de volledige lijst zijner werken vindt men o.a. in Riemanns Lex.). Naast zijn pianowerken hebben in 't bijzonder ook eenige liederen (Sie sagen, es wäre die Liebe) hem bekend gemaakt. K. heeft ook tal van bekende liederen van Jensen, Brahms e.a. voor piano alleen bewerkt. Zie verder A. Niggli, Th. K. (1880).