de voor de hedendaagsche gezelschapsdansen karakteristieke gesyncopeerde muziek (Black-bottom, Blues, Charleston, Foxtrott). Het voorbeeld voor den R. vindt men bij de Noord-Amerikaansche negers (z.
Jazz). Men vindt in de Europeesche muziek de eerste sporen in Dvorâks symphonie: „Aus der neuen Welt”, hetgeen echter zonder navolging bleef. Eerst de modernen nemen de R.-muziek in hun kunstscheppingen weer op (Strawinsky, Milhaud Wiener, Hindemith, Schulhoff, enz.). Het jaar 1922 bracht in dit opzicht een beslissende wending.