(dwarsstand, fr.: fausses relations), in de muzikale zetting het optreden van een chromatisch veranderden toon in een andere stem, dan die deze verandering door een chromatische halve toonschrede had kunnen brengen. Bijzonder opvallend en onaangenaam voor het oor is de Q. bij overgang van dur- in mollacc. (of omgekeerd) met gelijkblijvenden grondtoon; deze moet zooveel mogelijk vermeden worden.
De andere Q.en zijn in den regel met goede stemvoering toelaatbaar, in tegenstelling met de generale basleer, die vele afkeurde. Merkwaardig is, dat in het klassieke tijdperk van den a-cappellazang de Q. veelvuldig optrad (16e eeuw), juist bij de groote meesters.
