* 6. 1. 1800 te Brussel, ✝ 12. 5. 1863 aldaar, violist. Speelde aanvankelijk uit liefhebberij viool, de omstandigheden noopten hem echter om reeds op zijn 16de jaar in een orkest te Antwerpen mede te werken.
Werd later nog leerling van Lafont, Habeneck en Baillot te Parijs. Werd 1828 lid van 't sted. orkest te Brussel, 1832 soloviolist, 1835 leeraar voor viool aan het cons. Zijn methode was uitmuntend en zijn études staan nog in aanzien, o.a. Etudes pour violon avec acc. d'un second violon, 12 Etudes rhythmiques op motieven v. Beethoven, enz.
