Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

J. j. d. n. koning

betekenis & definitie

* 25. 2. 1835 te Amsterdam, ✝ 1. 4. 1905 te Frankfort, violist, leerling van J. B.

Bie te Amsterdam en F. David te Leipzig. Was 1859—1871 concertmeester te Mannheim en tot 1878 dirigent van den Musikverein en den Zangersbond aldaar, daarna eerste-concertmeester van den stadsschouwburg te Frankfort a/M. In 1896 verwierf hij den titel van professor. Componist van eenige liederen.