4 25. 2. 1897 te Romanof, ✝ 9. 10. 1867 te Warschau, pianist, leerling eerst van zijn vader, later van Elsner als medeleerling en vriend van Chopin. Maakte van Moskou, waar hij kapelmeester was, met succes concertreizen, Zijne composities verdienen nog belangstelling.
Wij noemen: 2 symphonieën (waarvan een in e-mol in 1834 te Weenen bekroond werd) en een orkestfantaisie, een opera Die Flibustier (1861) en muziek bij Konrad Wallenrod, kamermuziekwerken en liederen. Zijne vrouw J o h a n n a geb. M i 11 e r, was een begaafde zangeres, trad echter slechts korten tijd op en werd leerares aan de theaterschool te Warschau.
