* 3. 6. 1873 te München, zoon van Max. M., dirigent.
Leerling van H. Schwartz, L. Thuille en Levi te München alsmede van Herzogenberg te Berlijn. Was na op verscheidene plaatsen als dirigent werkzaam te zijn geweest, 1902— 1919 hofkapelmeester te Dessau, verwierf 1912 den titel van Generalmusikdirektor, 1917 dien van professor. In 1919 aanvaardde hij de positie van operadirigent te Helsingfors, 1924 dito te Brunswijk. Componeerde de opera's Der König von Samarkand (1910), Phryne en Das Echo von Wilhelmsthal, een Sinfonia Engiadina voor orkest, koor, soli en orgel, een pianoconcert, kamermuziek en Frühlingsgesange voor tenor met orkest.