1) Toonnaam. Fr.: fa; Hal.: fa: Duitsch: f; Eng.: f.
2) Afkorting voor den toonaard F groote terts (zie daar); F is afkorting voor F kleine terts (zie daar).
3) F, fj Ff in ensemblemuziek of partituren, teekens om bij het instudeeren op bepaalde plaatsen te beginnen.
4) Sleutel, welke de plaats aangeeft van f. Deze is ontstaan uit de letter F; de lijn, welke de ✝ aangeeft in de 11e eeuw was rood gekleurd.
5) Afkorting van forte; (zie daar) ff — fortissimo; (zeer sterk) fff = fortissimo possibile, fortississimo, ook forte fortissimo; (zoo sterk mogelijk). Ook ffff komt voor (o.a. bij Verdi). Fp — fortepiano, sterk en daarna onmiddellijk zacht; identiek met sfz = sforzando, forzato of sforzato.
