Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Ebenezer pront

betekenis & definitie

* 1. 3. 1835 te Oundle, ✝ 5. 12. 1909 te Londen, muziekgeleerde. Werd 1854 baccalaureus artium, wijdde zich 1859 uitsluitend aan de muziek en bekwaamde zich als organist.

Was 1861—1873 organist aan de Union Chapel te Islington, 1861—1885 pianoleeraar aan de kunstschool van het Cristal Palace te Londen, 1879 leeraar aan de R. A. M. voor harmonie en compositie, 1894 professor aan de universiteit te Dublin, in 1895 benoemden Dublin en Edinburgh beiden hem tot Dr. h. s. Was enkele jaren redacteur van de „Monthly musical Record”, bleef er daarna medewerker van evenals van andere tijdschriften. Ook zijn composities verdienen de aandacht; zijn op. 1 strijkkwartet werd 1862 en zijn pianokwartet op. 2. werd 1865 door de Society of Brit. Musicians bekroond. Hij componeerde verder nog kamermuziekwerken, orgelwerken, (o.a. een orgelconcert m. ork.), vele cantates, koren en kerkelijke zangwerken, 4 symphonieën en andere orkestwerken. Vooral echter zijn zijn theoretische geschriften belangrijk, hiervan noemen wij: Instrumentation (1876 — ook vert. in het Duitsch door E. Bachur, 3e druk 1904), Harmony, its theory and practise (1889—20ste geheel omgewerkte druk 1903), Counterpoint (1890), Doublé counterpoint and Canon (1891), Fugue (1891), Fugal analysis (1892), Form (1893), Applied forms (1892) en The Orchestra, 2 dln. (1898/99, ook in het Duitsch door O. Nikitis), Gok schreef P. een kleine biografie van Mozart.