Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Daniel ruyneman

betekenis & definitie

* 8. 8. 1886 te Amsterdam, componist en pianist. In hoofdzaak autodidact, slechts korten tijd leerling van het Amsterdamsche conservatorium.

Zijn muzikale ontwikkeling stond onder den invloed van de Javaansche toonkunst en de jong Fransche school. In 1918 was hij een der oprichters van de „Vereeniging tot Bevordering der moderne scheppende toonkunst", die 1922 opging in de Nederlandsche afdeeling van de „Int. ver. voor moderne muziek". Is te Groningen woonachtig en wordt beschouwd als een der begaafdste vertegenwoordigers der ultramoderne richting in Nederland. Werken: Drie Pathematologieën, voor piano, Hieroglyphen (voor 3 fluiten, harp, klokkenspel, celesta, piano, 2 mandolines, 2 gitaren (1925), Symphonie voor klein orkest, fluit, hobo, clarinet, fagot, saxofoon, hoorn, electrofoon, klokkenspel, harp, zangstem, 2 mandolines en 2 gitaren (1925), TAppèl-Le chant des Voyelles, gern, koor a cappella op vocalen, sonatine voor piano (1917), Klaaglied van een slaaf, voor viool en piano, l'Absolu voor alt, Tagore-liederen, Chineesche liederen, sonate voor viool (1925), strijkkwartet (1925), De Clown, psycho-symbolisch drama met begeleiding van een vocaal en instrumentaal orkest (1915), Le jeu de Robin et de Marion (1925), De gebroeders Karamasof, opera (1928), Ook voltooide hij Moussorgsky's opera Hochzeit door er de ontbrekende 2e (slot) acte in M.'s geest bij te componeeren. Zie: C o n s t. v. W essen: Inleiding tot de hedendaagsche muziek. R. is ook de uitvinder van de Electrofoon (zie daar).