Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Bande

betekenis & definitie

Fr. Naam van de orkesten der Fransche koningen in de 17e eeuw.

1) Bande des 24 violons: Officieele betiteling van het koninklijk orkest sedert Lodewijk XIV, ook wel „grande bande" genoemd. Deze muzikanten moesten spelen bij de balletten, de hofconcerten, gedurende de maaltijden, bij tooneelopvoeringen. Het orkest werd 1761 ontbonden.
2) Bande „des petits violons", door Lodewijk XIV in 1655 ter wille van Lully, die met de leiding werd belast, ingesteld. Aanvankelijk bestond het uit 16, later uit 21 spelers. In het begin der 18e eeuw werd dit orkest, ook „Violons du Cabinet” genoemd, ontbonden.

Beide orkesten genoten een uitstekende reputatie, vooral onder de leiding van Lully.