(Deventer 1562-Amsterdam 1621), Nederlands componist en organist, een van de belangrijkste Noordnederlandse componisten en een van dc grote orgelvirtuozen van zijn tijd. Ca 1578 werd hij organist aan de Oude Kerk te Amsterdam, wat hij tot zijn dood bleef (in deze kerk ligt hij begraven).
Hij onderging invloed van de meesters van de Venetiaanse School (o.m. de theoreticus Zarlino. die hij in het Nederlands vertaalde) en van de Engelse virginalisten. Omgekeerd oefende hij via zijn leerlingen (o.a. Praetorius, de beide Scheidts, H.Scheidemann) invloed uit op de Noordduitse orgelmuziek. Op muziektechnisch gebied is Sweelinck een overgangsfiguur (toepassing van al of niet ontaarde kerktoonsoorten, van homofone en polyfone stijl). Zijn eerste publikatie was een bundel Franse chansons (1584); in de periode 1604-1621 verschenen 4 dln. Psalmen a cappella.
In tegenstelling tot zijn vocale composities werden zijn instrumentale (orgel- en klavier-) werken (fantasieën, ricercares, toccata’s, koraalbewerkingen) niet gedrukt, maar in manuscript verspreid. Juist deze composities zijn zeer belangrijk daar ze inspelen op de vernieuwde orgelbouw uit zijn tijd en voorop staan bij de ontwikkeling van de contrapuntische vormen (o.m. fuga en koraalvariaties) tijdens de 17de en 18de eeuw in Duitsland.