(Honfleur 1866-Parijs 1925), Frans componist, volgde lessen piano en compositie aan het Parijse conservatorium. Debuteerde als pianist in cabarets.
Leerde Debussy kennen en ging muziek studeren (1905) aan de Schola Cantorum bij o.a. V.d’Indy en A.Roussel. Hij onderhield contacten met o.m. Cocteau en Strawinsky. Werd bekend door zijn ballet Parade (1917), dat schandaal wekte. Hij had grote invloed op de jongere generaties (Groupe des Six, École d'Arcueil).
Tegenstander van Wagner en Franck, later ook van Debussy en Fauré; propageerde de terugkeer naar Tart familier'. Later keerden verscheidenen van zijn discipelen zich van hem af. Hij componeerde veel voor piano: o.a. Trots gymnopédies (1888), Morceaux en forme de poire (1903), Sonatine bureaucratique (1917). Voorts: kamermuziek, balletten, toneelmuziek, kerkmuziek, dat alles met de voor Satie zo kenmerkende, bizarre titels. Veel van zijn klaviermuziek werd later door o.m.
Debussy, Milhaud en Poulenc georkestreerd (o.m. 3 Gnossiennes, door Poulenc in 1939). Satie's werk is veelzijdig, buitenissig, non-conformistisch en krijgt bij elke generatie opnieuw fervente aanhangers. Zo bracht John Cage Satie’s Vexations (uit Pages mystiques, ca 1895) ...‘pour se jouer 840 fois de suite...’ op 9 en 10 sept. 1963 te New York in première: 18 uur en 40 minuten, met tien pianisten die elkaar aflosten.