(Brand 1873-Leipzig 1916), Duits componist, pianist en organist, leerling van o.a. H.Ricmann.
Was leraar aan de conservatoria te Wiesbaden (tot 1896), te München (1905) en te Leipzig (1907). waar hij tevens muziekdirecteur van de universiteit werd. In 1911 benoemd tot dirigent van de hofkapel te Meiningen. Hij is een van de karakteristieke vertegenwoordigers van de Duitse late romantiek. Formeel gaat zijn kunst uit van J.S.Bach, maar zij draagt een geheel eigen stempel. Kenmerkend is de eminente beheersing van structuur en polyfonie; hiermee verbindt Reger een moderne, zeer individuele soms wat overladen harmoniek. Speciaal zijn strenge orgelcomposities getuigen van zijn zin voor mathematische ordening.
Reger componeerde zeer veel en voor alle genres: orkestmuziek (o.m. Sinfonietta, 1904-1905; Variaties op een thema van Mozart, 1908; Romantische suite, 1912); koor met orkest (o.m. Die Weihe der Nacht, 1911); kamermuziek, klaviermuziek, koorwerk (vnl. a cappella), liederen cn vooral orgelmuziek: tot zijn meest gespeelde orgelwerken behoren de grootse koraalfantasieën (o.m. Straf mich nicht in deinen Zorn. 1899; Wachet auf, 1900), Phantasie und Fuge über BACH (1900), Introduction, Passacaglia und Fuge (1913). Reger schreef ook Schule des Triospiels (met Karl Straube), waarbij hij tweestemmige inventies van Bach van een derde stem voorzag.