(Krefeld 1892-Monte Carlo 1959), Nederlands componist en musicoloog, achterneef van Willem Mengelberg, studeerde bij Neitzel (piano), H.Riemann, W.Mengelberg en C.Dopper. Werd in 1917 programmaredacteur, in 1925 artistiek leider en in 1935 (tot 1954) algemeen directeur van het Concertgebouw, waar hij in 1920 het Mahlerfeest organiseerde.
In zijn omvangrijke oeuvre overheerst het vocale element, aanvankelijk aansluitend bij de romantiek, later beïnvloed door het Gregoriaans. Componeerde orkestmuziek, koorwerken met en zonder orkest (o.a. Missa pro pace, 1932), werken voor zang en orkest (o.a. Magnificat, 1942, declamatorium Ballade van de boer, 1942), ca 100 liederen, kamermuziek. Publiceerde o.a. Mahler( 1923), Muziek, spiegel des tijds (1946).