skaten - regelmatig werkwoord
uitspraak: ske-ten
1. rijden op schoenen met wieltjes eronder
♢ Duncan is bij het skaten ernstig gevallen.
Regelmatig werkwoord: ske-ten
ik skate
jij/u skatet
hij/zij skatet
wij/zij/jullie skaten
ik/jij/u/hij/zij skatete
wij/zij/jullie skateten
hij geskatet
skatend, skatende
Synoniemen
rolschaatsen
Gepubliceerd op 14-11-2017
skaten
betekenis & definitie