Langgerekt ontginningsdorp, ontstaan in de middeleeuwen als secundaire veenontginning vanuit Oud-Bodegraven en verder ontwikkeld vanuit Oud-Reeuwijk. De ontginningsas wordt gevormd door de 's-Gravenbroekseweg met een kerk te Sluipwijk en een tweede bebouwingskern bij de brug over de Breevaart.
Het gebied ten oosten van de Breevaart werd in de 17de eeuw uitgeveend, waarna de Reeuwijkse plassen ontstonden. Na de aanleg van de straatweg Gouda-Bodegraven (1831) concentreerde de bebouwing zich verder bij de brug.
Deze dorpskern is na de Tweede Wereldoorlog aan de noordzijde aanzienlijk uitgebreid. Tegenwoordig vormen de Reeuwijkse plassen een belangrijk recreatie- en watersportgebied.