Monumenten in Nederland: Zeeland

R. Stenvert en C. Kolman (2003)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Het stadhuis in Sluis

betekenis & definitie

Het stadhuis (Grote Markt 1) is een fors rechthoekig gebouw met steunberen en een deels met natuurstenen beklede voorgevel, overgaand in een ingebouwd belfort dat wordt afgesloten door een schilddak en een balustrade met vier arkeltorentjes. Dit bouwwerk in gotische vormen kwam in 1390-'93 tot stand en werd na schade door de stadsbrand van 1393 in 1396 voltooid.

Het in eerste instantie ‘poortersloge’ genoemde gebouw diende voor vergaderingen en feesten; bestuurd werd er vanuit het naastgelegen schepenhuis (beschadigd in 1794 en afgebroken in 1798). Bij de verbouwing en de verfraaiing van de poortersloge in 1423-'27 is waarschijnlijk de ondiepe natuurstenen voorbouw tot stand gekomen.

Deze was oorspronkelijk afgesloten door een met kantelen bezette weergang, die zich langs de zijgevels voortzette tot aan de arkeltorentjes die de trapgevel aan de achterzijde flankeerden. Ook het spitsboogfries met kopjes aan de zuidzijde dateert van deze verbouwing.Opvallend is dat in de voorbouw de lagen in Gobertangesteen gescheiden zijn door een dunne laag gebakken tegels. Een gevelsteen herinnert aan een verbouwing in 1756, toen vermoedelijk het (in 1956 gereconstrueerde) ingangsbordes werd aangebracht. Naar plannen van J.A. Frederiks en onder supervisie van P.J.H. Cuypers werd het stadhuis in 1894-1904 gerestaureerd. In 1944 liep het gebouw zware schade op, waarbij alles boven borstweringshoogte op de verdieping verloren ging.

De herbouw volgde in 1956-'60 naar plannen van F.H. Klokke, G.M. Sturm en J. de Wilde, onder supervisie van E.A. Canneman. In de toren kwam een nieuw carillon te hangen en aan de noordzijde verrees een nieuwe vleugel op de fundamenten van het in 1798 afgebroken schepenhuis.

Iets verdiept ligt een tweebeukige kelder, die als stadsarsenaal diende en waarvan de lage ribgewelven rusten op korte zuilen zonder kapitelen. Deze zuilen en de zware gewelfribben zijn van natuursteen. Aan de voorzijde bevinden zich kleine kelders die als cachot dienden. In de burgerzaal daarboven staat een smeedijzeren hek van 1735, ontworpen door Jan Peter van Baurscheit de Jonge en gesmeed door F.H. Lievens voor de vierschaar van het Middelburgse stadhuis. Na daar in 1838 te zijn verwijderd, is het hek bij de restauratie van 1956-'60 hier geplaatst. Op de zaal daarboven, ook wel ‘schavotzaal’ genoemd, zijn enkele van de in 1944 verwoeste sleutelstukken gereconstrueerd op grond van afgietsels.

< >