De Herv. kerk (Kerkplein 3), oorspronkelijk gewijd aan H.H. Petrus en Paulus, is een forse driebeukige kruiskerk voorzien van een driezijdig gesloten koor met kooromgang en vijf driezijdig gesloten straalkapellen.
Ter plaatse verrees in 1300 een eerste koor, waartegen rond 1325 een schip werd gebouwd. Kort na 1400 verving men dit koor door een gotisch transept, waarvan de kopse gevels naar het oosten toe iets verdraaid zijn.
Vervolgens kwam de huidige imposante gotische koorpartij met omgang en straalkapellen tot stand. In het eerste kwart van de 16de eeuw begon de bouw van het huidige driebeukige hallenschip in laat-gotische vormen en met natuurstenen banden.
De kap van het oude schip (circa 1325) heeft men daarbij in zijn geheel hoger herplaatst op nieuwe trekbalken. De noordbeuk kwam als laatste tot stand in het tweede kwart van de 16de eeuw met aan de westzijde een vierde travee.
De midden- en de zuidbeuk zijn in dezelfde tijd verlengd. In het derde kwart van de 16de eeuw bouwde men het westportaal, het zuidportaal, de (verdwenen) doopkapel aan de zuidzijde en de tweelaags sacristie tussen zuidtransept en koor.Het plan om een westtoren te bouwen is nooit gerealiseerd. De kerk heeft herstellingen ondergaan in 1743-'44 en in 1836, toen na stormschade de westvensters zijn dichtgemetseld. Bij een eerste restauratie in 1876-'92, naar plannen van E.J. Margry werden de venstertraceringen vernieuwd. De dakruiter met achtzijdige naaldspits dateert van 1883 en is in 1940 vervangen door de huidige. Erin hangen klokken uit 1510 en 1734 (Nicolaes Greve).
Na de Watersnoodramp van 1953 volgde er tot 1963 opnieuw een restauratie, waarbij de venstertraceringen nogmaals zijn vernieuwd en de funderingen van de oude kerk zijn opgegraven. Tevens is toen de van 1741 daterende scheiding tussen koor- en preekkerk ongedaan gemaakt. De laatste restauratie is uitgevoerd in 1991-'94.
De kerk wordt gedekt door ziende kappen, al waren die van koor en zijbeuken wel bedoeld om met een tongewelf te worden afgetimmerd. Stenen kruisgewelven hebben de kooromgang en de straalkapellen. De ronde zuilen in het koor hebben enkelvoudige koolbladkapitelen, die in het schip dubbelgekranste kapitelen. Het triforium in het koor wordt gevormd door een reeks langgerekte spitsboognissen. De sacristie heeft een laat-gotisch netgewelf uit de bouwtijd en verder een bewerkte schouw uit circa 1650. De kerk bevat diverse oude grafzerken, waaronder een figuurzerk voor Wolfaert van Borssele (circa 1520), een 15de-eeuws voetstuk van een hardstenen doopvont en in de koorsluiting gesneden schraagbeelden van Jacobus Major en St.
Nicolaas (circa 1480). De orgelkast met snijwerk in vroege renaissance-vormen werd in 1557 vervaardigd, vermoedelijk door Adriaan Schalken. Het door Hendrik Niehof gebouwde instrument is verloren gegaan; het huidige instrument is in 1968 vervaardigd (rugpositief 1980). De preekstoel, de voorlezersbank en het doophek met koperen lichtarmen in Lodewijk XV-stijl zijn in 1773 geschonken door Hobius de Krijger. Tot de inventaris behoren verder enkele herenbanken, een gedachtenisbord uit 1779 en een scheepsmodel uit 1721.
De voorm. pastorie (Haven Zuidzijde 15) is een 19de-eeuws, sober neoclassicistisch pand, dat in 1911 is verbouwd. Het herbergt thans het Brouws Museum.