Monumenten in Nederland: Zeeland

R. Stenvert en C. Kolman (2003)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Brouwershaven (gemeente Schouwen-Duiveland)

betekenis & definitie

Stad, ontstaan aan de monding van de Duivenee of Oude Vaart, een in 1285 afgedamde kreek lopend tot aan het gehucht Brijdorpe. De door graaf Floris V bij de dam en haven gestichte nederzetting kreeg in 1288 tolvrijheid in Brabant en in 1344 een vrije haringmarkt.

In 1403 werden stadsrechten verleend. Brouwershaven was een zogeheten smalstad, een stad zonder zetel in de Staten van Zeeland.

Door visserij en handel kwam de stad tot ontwikkeling. Na 1650 volgde een periode van achteruitgang in de 18de eeuw.

De in 1589-'92 aangelegde vesting werd in 1820 opgeheven. De vestinggracht werd gedempt behalve het deel aan de oostzijde dat als spuibekken voor de haven diende.

In 1838 kwam in de Grevelingen een natuurlijk beschutte ankerplaats tot stand, die als overslaghaven diende voor Dordrecht en Rotterdam. Dit betekende een periode van bloei die na het graven van Nieuwe Waterweg (1872) afnam.

In 1863 werd de spui die onder de Waag liep, vervangen door een nieuwe spuisluis iets noordelijker aan de haven. In 1864 dempte men het zuidelijke deel van de haven tot aan de Markt.

Na de Watersnoodramp van 1953 is in 1957 een keersluis aangelegd aan het einde van het havenkanaal. De stad heeft aan de zuidwestzijde een nieuwbouwwijk gekregen.

Brouwershaven is een beschermd stadsgezicht.