Gepubliceerd op 02-01-2020

Vestingwerken in Bunnik

betekenis & definitie

Het voorm. Fort Rhijnauwen (Vossegatsedijk), was het grootste vestingwerk van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Het werd in 1867-'69 volgens het polygonale stelsel gebouwd en moest, samen met het ten zuidwesten ervan gelegen fort Vechten, de niet inundeerbare strook aan weerszijden van de Kromme Rijn verdedigen.Het grote binnenterrein wordt omringd door hoofdwal en gracht. Daaromheen ligt een enveloppe, die gedeeltelijk door een buitengracht is omgeven. Vóór de frontwal aan de oostkant ligt een caponnière, een vooruitgeschoven kazemat. In het midden van de westelijke hoofdwal bevindt zich een vijfhoekig bakstenen reduit met ronde bastions op de hoeken. De gevels zijn versierd met geblokte pilasters en gele baksteen; de ingang wordt bekroond door een met beeldhouwwerk gevuld fronton. In 1877-'80 kreeg het fort een bomvrije kazerne en remises en werden de poortgebouwen verbouwd tot wachthuizen.

De fortwachterswoning (Vossegatsedijk 3), gebouwd in neorenaissance-stijl, dateert uit omstreeks 1867. Fort Vechten (Marsdijk), direct ten zuiden van de rijksweg Utrecht-Arnhem, is eveneens in 1867-'69 gebouwd, maar in een combinatie van het polygonale en het gebastioneerde stelsel. Een enveloppe met buitengracht ontbreekt, maar verder vertoont fort Vechten veel overeenkomst met fort Rhijnauwen door zijn grootte, de aanwezigheid van een reduit, de in de loop der tijd opgetrokken gebouwen en aangebrachte verbeteringen (1879-'81). In de omgeving van de beide forten legde men in 1914-'18 loopgraven en betonnen schuilplaatsen aan en in 1939-'40 werden gietstalen kazematten toegevoegd.