Fabrikantenwoningen. Langs de uitvalswegen en in villaparken ten oosten en westen van de binnenstad staan de stadsvilla's van de belangrijkste textielfabrikanten.
De in 1855 gebouwde vrijstaande villa Espoortstraat 182 voor H.G. Blijdenstein werd in 1883 ingrijpend verbouwd waarbij zij haar neoclassicistische karakter kreeg.
De dakkapellen stammen van de verbouwing uit 1912. Het eclectische herenhuis met aangebouwd kantoor Hengelosestraat 42-44 werd in 1891-'92 gebouwd naar plannen van H.P.
Timmer voor B.J. van Delden, het herenhuis annex bank Hengelosestraat 60 kwam in 1900 gereed naar plannen van R. van der Woerd voor I.I. Rozendaal.
De eclectische villa Hengelosestraat 40 werd in 1902 gebouwd op de plaats van de afgebrande spinnerij ‘'n Grooten Stoom’. Het pand in de vorm van een Italiaanse villa kwam tot stand naar plannen van K.
Muller voor L. van Heek. Van 1921 tot 1934 heeft het als raadhuis van Lonneker gediend.
In 1907 ontwierp K.
Muller ook het herenhuis Piet Heinstraat 1 in ‘Um 1800’-vormen voor H. ter Kuile.
Door de sloop in 1907 van het uit 1874 stammende huis van H. van Heek, aan het begin van de (Korte) Hengelosestraat, ontstond de Brammelerstraat, die toegang geeft tot het naar plannen van J.J.L. Bourdrez aangelegde villapark de Stadsmaten.
Ter compensatie liet zoon J.H. van Heek in 1907 elders het Witte Huis (Oldenzaalsestraat 125) bouwen naar plannen van A.G. Beltman.
Het pand, in neoclassicistische vormen, heeft een ingangspartij met pilasterstelling van dorische en ionische pilasters, bekroond door een fronton. Het bijbehorende theehuisje (Staringstraat 33) met corinthische hoekzuilen werd in 1913 gebouwd naar ontwerp van Beltman en was geïnspireerd op een paviljoen van de Trinkhalle in Marienbad.
In de Stadsmaten ontwierp A.G. Beltman enkele grote villa's in neoclassicistische stijl: M.H.
Tromplaan 1 uit 1907 voor J. Scholten, Nijverheidstraat 2 uit 1907 voor M.L. van Gelderen (dat nu onderdeel uitmaakt van het politiebureau) en in 1910, meer met Engelse invloeden, De Groote Schuur (M.H.
Tromplaan 23) voor J.B.
Blijdenstein.
Op andere plekken ontwierp hij nog het landhuis De Tol (Hengelosestraat 700) uit 1906, voor N.G. van Heek met parkontwerp van de hand van P.H. Wattez, in 1909 Marthalaan 5 voor B.J.
Blijdenstein en nog in 1921 Kortenaerstraat 71 voor K.W. Ledeboer.
Ook andere ontwerpers lieten zich niet onbetuigd: regionale bij het herenhuis De Stadsweide (Ripperdastraat 8) uit 1910, naar plannen van H. Reijgers voor A.H.
Ledeboer, en bij de villa Hogelandsingel 9 uit omstreeks 1910 in ‘Um 1800’-stijl. Daarnaast werden landelijk bekende ontwerpers gevraagd, zoals bij de villa's A/d Esch (Gronausestraat 31) uit 1911 door S. de Clercq voor R.H. van Rossum en M.H.
Tromplaan 8 uit 1911 naar plannen van J. Stuyt voor H.W. ter Kuile.
Ook K.P.C. de Bazel ontwierp drie fabrikantenvilla's; omstreeks 1915 de villa M.H.
Tromplaan 9 voor J.H.
Rozendaal, die in 1927 naar plannen van J. Stuyt werd verbouwd, en in 1915 M.H.
Tromplaan 52 voor S. Menko met de voor De Bazel karakteristieke lichte gele baksteen en een hoogopgaand leien schilddak.
De villa van M.I. Menko, M.H.
Tromplaan 55, was al in 1914 ontworpen, maar werd pas in 1923 uitgevoerd onder leiding van A.P. Smits.
Het brede drielaagse pand, met voor De Bazel karakteristieke ingangspartij, is na de oorlog lange tijd gebruikt als Hotel Memphis en huisvest nu een architectenbureau. In ‘Um 1800’-vormen uitgevoerd is de enorme villa De Wigwam (Boddenkampsingel 40) uit 1928, naar plannen van K.
Muller. Meer expressionistisch van vormgeving zijn de villa's Kortenaerstraat 3 en Marthalaan 12 uit omstreeks 1930.