Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Begraafplaatsen in Enschede

betekenis & definitie

Begraafplaatsen. In 1829 werden twee begraafplaatsen aangelegd.

Ten noorden van de stad ontstond het zogeheten Boerenkerkhof (Deurningerstraat ong.) van de gemeente Lonneker. De sterk verwaarloosde begraafplaats heeft een ijzeren toegangshek geflankeerd door zandstenen pijlers met bollen.

Voor de stadsbevolking werd aan de oostzijde de Oude Alg. begraafplaats (Espoortstraat ong.) aangelegd. De verstilde begraafplaats heeft robuuste piramidevormige zandstenen toegangspijlers en graven van diverse textielfabrikanten, onder wie Lambertus Ten Cate († 1871), H.J. van Heek († 1872) stichter van de firma Van Heek & Co., J.B.

Blijdenstein († 1854) en W. Stroink († 1893).

De Oude Isr. begraafplaats (Kneedweg 78) werd in 1841 gesticht nadat die aan de Molenstraat werd gesloten. Het metaarhuisje is in de oorlog verdwenen.

De Alg. Westerbegraafplaats (Hengelosestraat 487) werd in 1921 aangelegd naar plannen van P.H.

Wattez als nieuwe begraafplaats voor het westelijke deel van de gemeente Lonneker.

Het hek met rode zandstenen pijlers, de aula en het baarhuisje dateren van omstreeks 1921.

Aan de oostzijde kwamin 1899 de Alg. Oosterbegraafplaats (Noord Esmarkerrondweg 405) tot stand, een langwerpig terrein met een parkaanleg van H.F.

Hartogh Heys van Zouteveen. De begraafplaats werd in 1927 aan de noordzijde aanmerkelijk uitgebreid en kreeg de huidige toegang met dienstwoningen en aula.

Parallel aan de oude hoofdas liggen omheinde graftuinen met graven of grafkelders van belangrijke fabrikantenfamilies, waaronder die van Jannink en Van Heek met de graven van J.B. van Heek († 1923) en zijn vrouw Edwina van Heek-Ewing († 1945). Langs de oude hoofdas liggen de graven van G.

Beltman († 1915) en zijn zoon A.G. Beltman († 1934), alsmede een grafzerk met bronzen beeld van een treurende jonge vrouw op het graf van Anna Elderink († 1922).

In de nabijheid ligt de R.K. begraafplaats (Gronauseweg naast 407), die in 1927 werd aangelegd ter vervanging van de eerste begraafplaats uit 1861. Achter een centraal voorveld ligt een gebogen padenstructuur en onder meer het graf van de familie Sluijmer.

De Isr. begraafplaats (Noord Esmarkerrondweg 413), tussen de Alg.

Ooster- en de R.K. begraafplaats, werd in 1928 (5688) gesticht.

De aula met koperen koepeldak werd dat jaar gebouwd naar plannen van C. van der Linde en A.P. Smits, in opdracht van J.

Menko. Achter de aula liggen graven van onder meer de fabrikantenfamilies Menko, Hartog en Roozendaal.

Achter op de begraafplaats staat een monument voor de oorlogsslachtoffers in de vorm van een slanke obelisk met bol, geplaatst in 1949. Daarachter is er een gedenksteen bij de herbegraven stoffelijke resten van de geruimde begraafplaats aan de Molenstraat, alsmede vier van daar afkomstige laat-18de- of vroeg-19de-eeuwse grafstenen.

De dienstwoning (Noord Esmarkerrondweg 415) dateert van 1928.