Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Philipsgebouwen in Eindhoven

betekenis & definitie

Philipsgebouwen. Het stadsbeeld van Eindhoven wordt gedomineerd door de fabrieken van Philips.

In 1891 begonnen F. Philips en zijn zoon G.L.F.

Philips met de fabricage van kooldraadgloeilampen in een voorm. textielfabriek uit 1889 (Emmasingel 31, gebouw EN). Hierin bevindt zich nu het bedrijfsmuseum.Al snel ontstonden de eerste shedbouwen aan de overzijde van de Emmasingel. In 1907 werd de N.V. Philips Metaalgloeilampenfabriek opgericht, waarvoor in 1909 een betonskeletbouw van vijf verdiepingen verrees naar plannen van A. Beltman uit Enschede (verwoest in 1944). Hij maakte ook de plannen voor het grote gebouw EC (Mathildelaan), een betonskeletbouw van zeven verdiepingen uit 1910. Hiertegenaan, op de hoek van Mathildelaan en Emmasingel, verrees in 1920-'21 de markante driezijdig afgeschuinde lichttoren (gebouw ED) naar plannen van L.

Scheffer van TABROS (Technisch Adviesbureau Roosenburg, Op ten Noord & Scheffer). Door dit bureauwerd in 1922 ook het kantoorgebouw Willemstraat 20 (gebouw EHH) ontworpen met zijn licht naar voren stekende gevel met karakteristieke verticale geleding en overhoeks geplaatste vensters. Na het vertrek van Scheffer naar Amsterdam, werd D. Roosenburg vaste architect van Philips. Zijn meest tot de verbeelding sprekende ontwerp is de zogeheten Witte Dame (Emmasingel), een aaneenschakeling van vier verdiepingsgebouwen in functionele, wit geschilderde betonskeletbouw, uit respectievelijk 1927, 1928, 1929 en 1930 (gebouwen ED/EF/EG/EH). Dit complex is door Philips afgestoten en in 1996 gerestaureerd ten behoeve van een culturele bestemming. Eveneens naar plannen van Roosenburg verrees in 1929 aan de overzijde van de Emmasingel het voorm. hoofdkantoor, dat vanwege zijn strakke functionele baksteenbouw beter bekend is als de Bruine Heer (Emmasingel 29, gebouw EM).

De tijdens de Eerste Wereldoorlog reeds gevoelde behoefte aan een eigen glasfabriek leidde tot het opzetten van een nieuw industriecomplex te Strijp (Mathildelaan e.o.). Het plan werd ontwikkeld door A.I.J. de Broekert, toen architect in vaste dienst van Philips. In het concept werd een grote mate van rationaliteit toegepast, waarin ook de latere bebouwing zich goed liet voegen. Naast de glasfabriek (gebouw SMM) uit 1922 springen de functionalistisch vormgegeven fabrieksgebouwen aan de Mathildelaan (gebouw SA) uit 1928-'29 het meest in het oog. Langs de Glaslaan ontstond in de jaren 1927-'30 een fabrieksstraat met aan weerszijden diverse gebouwen in betonskeletbouw (gebouwen SBP-SL en SBM-SR). Naar plannen van het ingenieursbureau Philips trok men in 1942 aan de zijde van de Beukenlaan een veemgebouw (gebouw SDM) op, waarin expressionistische vormen werden verwerkt.

Na de Tweede Wereldoorlog volgde uitbreiding in noordwestelijke richting en in het begin van de jaren zestig verrees aan de overzijde van het spoor het nieuwe hoofdkantoor van Philips Nederland (Boschdijk, Woensel), naar plannen van Verhave, Luyt, De Jongh en Slikker. Net als bij het Evoluon werd ook hier opdracht gegeven voor een gebouw met opvallende vormgeving, die gestalte kreeg door de toepassing van een betonnen kern met daarop stalen jukken waaraan vliesgevels hangen.