Gepubliceerd op 02-01-2020

Woonhuizen in Geleen

betekenis & definitie

Woonhuizen. Een 17de-eeuwse kern heeft Huis du Prez (Marcellienstraat 10), een L-vormig pand met poort en aan de binnenplaats in vakwerk uitgevoerde delen.

De voorgevel is in de 19de eeuw gepleisterd. Het wit geschilderde hoekpand Pieterstraat 2 met gezwenkte topgevel werd in 1753 gebouwd in opdracht van Joannes Vroemen en Catharina Dullens.

Siersmeedwerk en een gevelsteen tonen de wapens van de familie Dullens, de initialen J.V. en het bouwjaar. Andere in de kern 18de-eeuwse huizen zijn het gepleisterde pand Pieterstraat 17-19, met de jaartalankers ‘1777’ en een poort, en Jodenstraat 5-7, dat in opdracht van burgemeester Jan Matthijs Luyten in 1799 een nieuwe voorgevel met poort kreeg en waarvan het linker gedeelte rond 1905 van een pleisterdecoratie is voorzien.

Voorbeelden van gepleisterde eclectische huizen uit circa 1880 zijn Marcellienstraat 17 en 19. Het wit geschilderde huis Stationstraat 17-18 draagt de jaartalankers ‘1895’.

Enkele panden met een oudere kern zijn begin 20ste eeuw van een eclectische pleisterdecoratie voorzien, zoals rond 1913 de huizen Marcellienstraat 1 en 11 en in 1914 het huis Peschstraat 19-23 (1859), met poortdoorgang in het midden.Uit de vroege 20ste eeuw dateren het huis Peschstraat 40 (circa 1900), met neorenaissance-elementen en een verhoogd middenrisaliet, de vrijstaande L-vormige villa Rijksweg Noord 114 (circa 1905), opgetrokken met chaletstijlen neorenaissance-elementen, en het huis Marcellienstraat 16 (1906) met inrijpoort. De vrijstaande villa Villa Cantemerle (Jodenstraat 3), voorheen ‘Villa Nova’, werd in 1910 gebouwd voor schoolhoofd S. Bemelmans naar een ontwerp met chaletstijl-elementen van N. Ramakers. De panden 95-97 werden in 1918 gebouwd als gemeentelijke dienstwoningen met arrestantenlokaal naar ontwerp van J. Bemelmans.

De rij wit geschilderde huizen Rijksweg Zuid 194-210 (1921), voorzien van risalieten en mansardedaken, is ontworpen door L. Gilissen. Molenstraat 41 (1925) is een wit geschilderd tweelaags huis met haakse bouwdelen naar ontwerp van H. Schols. Dankzij de Staatsmijn Maurits groeide Geleen sterk vanaf de jaren twintig van de 20ste eeuw. Van de vele bij de mijn in het Mauritspark gebouwde beambtenwoningen resteren er achttien uit 1926 in blokken van twee en drie woningen.

Het betreft de door A.J.N. Boosten ontworpen opzichterwoningen Mauritspark 4-5, 6-8, 22-23 en 24-25 en de hoofdopzichterwoningen Mauritspark 28-29 en 30-31. In 1927 ontwierp Boosten in opdracht van de Stichting ‘Thuis Best’ voor ‘Ons Limburg’ het traditionalistische woningcomplex Prins de Lignestraat 4-18 en 5-27 voor beambten van de Staatsmijn. In 1938 kwamen als ingenieurswoningen de villa's Beatrixlaan 2-4, Irenelaan 2-6 en Beatrixlaan 7 tot stand naar ontwerp van architect met de initialen B.G. van het bouwbureau van de Staatsmijnen.

Veel van de in het interbellum gebouwde huizen zijn in meer of mindere mate door het expressionisme beïnvloed. Interessante voorbeelden zijn de dubbele huizen Mauritslaan 13-15 (1922) en Graaf Huynlaan 10-12 en 11-13 (1927-'28), alle ontworpen door P. Donders, en het vrijstaande zakelijk-expressionistische huis Graaf Huynlaan 19 (1925) naar ontwerp van J. Prummel voor R. Dunning. Verder ontwierp J.

Philips enkele huizen met expressionistische elementen, zoals bijvoorbeeld Mauritslaan 61-63 (circa 1930), Groenstraat 99-105 (1930), Mauritslaan 6 (1932) en de villa Rijksweg Noord 57 (1933). Van de hand van de Geleense architect H. Schols zijn diverse huizen met zakelijk-expressionistische elementen, zoals het dubbele huis Agnes Printhagenstraat 27-29 (1932), de villa Jodenstraat 27 (1935), het dubbele huis Kummenaedestraat 19-21 (1936), de huizen Norbertijnenstraat 38-46 (1935-'36), Norbertijnenstraat 60-62 (1937) en het vrijstaande huis Kummenaedestraat 92 (1937).

Andere voorbeelden met expressionistische elementen zijn Mauritslaan 34-36 (1935) en Past. Vonckenstraat 110 (1936), alle naar plannen van A. Jeurissen, Kummenaedestraat 94 (1936; B.A. Schinkel), Kummenaedestraat 37 (1937; H. Hautvast) en Agnes Printhagenstraat 31 (1938; W. Schelberg).

< >