Gepubliceerd op 10-10-2017

De R.K. St.-Martinuskerk in Weert

betekenis & definitie

De R.K. St.-Martinuskerk (Markt 8) is een driebeukige hallenkerk met een forse toren. De oorspronkelijke 11de-eeuwse romaanse kerk ter plaatse werd in fasen vervangen door de huidige hallenkerk. Rond 1456 kwam het driebeukige gotische koorgedeelte tot stand, bestaande uit veelzijdige koorsluitingen en drie koortraveeën. Tussen 1500 en 1512 verrees het, vijf traveeën lange, westelijke deel van de kerk in laat-gotische vormen. De oude, half ingebouwd geraakte toren verving men in 1528-'29 door een ten westen hiervan opgetrokken nieuwe toren, waarbij ook de meest westelijke traveeën van de zijbeuken gereed kwamen. Deze kregen eindgevels met speklagen en laat-gotische hangtorentjes. De sacristie aan de oostzijde werd in 1885-'87 gebouwd naar plannen van Joh. Kayser en in 1915 uitgebouwd. Bij de restauratie van de kerk in 1975-'79 heeft men de sacristie verbouwd tot dagkapel.

Het interieur heeft in het oostelijke deel hardstenen zuilen met eenvoudige geprofileerde kapitelen en hoge kruisribgewelven. Het westelijke deel is voorzien van hardstenen zuilen met Maaskapitelen, rijke netgewelven en ondiepe zijkapellen tussen de steunberen. Op de gewelven bevinden zich schilderingen (1520). Het middenkoor heeft een door de Italianen Moretti en Spinetti aangebrachte stucbekleding in Lodewijk XVI-stijl (1790). Ook het rijke classicistische hoofdaltaar (1790) is door Moretti vervaardigd. Voor dit altaar bevindt zich een marmeren zerk (1841) boven het graf van Philips de Montmorency, graaf van Horne, die in 1568 in Brussel werd onthoofd. Tot de inventaris behoren verder een laat-gotisch hardstenen doopvont (circa 1525), twee koorgestoelten met vroege renaissance-motieven (tweede kwart 16de-eeuw), een door Jan van der Croon geschonken classicistisch hekwerk (1662) rond de doopvont, een preekstoel (1668) en een door W.J. Kerricx vervaardigd sacramentsaltaar (1739). De communiebank en één biechtstoel zijn uitgevoerd in Lodewijk XV-stijl; de andere biechtstoelen hebben neobarokke vormen (midden 19de eeuw). Verder bevat de kerk diverse schilderijen en beelden (17de-19de eeuw) alsmede kruiswegstaties (1883).

De toren heeft vier geledingen en een grote lantaarn en is voorzien van haakse steunberen. In 1528-'29 werden de drie onderste geledingen gebouwd in een rijke laat-gotische stijl, die verwant is aan die van het Kempenland. De geledingen zijn per gevelvlak telkens voorzien van drie spaarnissen met gepaarde spitsbogen. Boven de toreningang bevindt zich een beeld van St. Maarten in een omlijsting met vroege renaissance-motieven. De vierde geleding heeft men in 1887-'89 toegevoegd naar een ontwerp in neogotische stijl van Joh. Kayser. De toen aangebrachte naaldspits kwam in 1940 tijdens een storm naar beneden. Na een prijsvraag in 1951 is de huidige bekroning met lantaarn in 1958-'60 gerealiseerd naar ontwerp van Th.G. Verlaan.