Gepubliceerd op 02-01-2020

Camerig in Vijlen

betekenis & definitie

Camerig. Dit gehucht ten zuidwesten van Vijlen is in de middeleeuwen ontstaan als ontginningsnederzetting in bebost gebied (Vijlenerbos).

Het behoorde samen met Cottessen al sinds de 14de eeuw tot de heerlijkheid Vijlen. De open lintbebouwing bestaat voor een belangrijk deel uit vakwerkhuizen.

De herenhoeve Winneberg (Camerig 22) is van oorsprong mogelijk middeleeuws. Camerig 4-5 is een vakwerkhoeve met open binnenplaats.

De ingang van nr. 4 draagt het jaartal ‘1613’ en heeft een bespijkerde deur. Camerig 1-2 is een vakwerkhoeve met gebouwen aan weerszijden van een langwerpige hof.

Het van oorsprong 17de-eeuwse woonhuisgedeelte is later vergroot. De topgevel in kolenzandsteen draagt de jaartalankers ‘1749’.

Het bedrijfsgedeelte dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. Camerig 3 is een 18de-eeuws, deels onderkelderd, dwars vakwerkpand.

De voorgevel en de zuidelijke kopgevel zijn in baksteen vernieuwd.

De vakwerkhoeve Camerig 6 bestaat uit een evenwijdig naast elkaar gelegen woongedeelte en schuur.

De deurkalf van de schuur is voorzien van het jaartal ‘1762’. Andere voorbeelden van 18de- en 19de-eeuwse huizen zijn Camerig 7-9, waarvan nr. 9 in baksteen is uitgevoerd, en iets daarachter, Camerig 10-11.