Gepubliceerd op 02-01-2020

Brunssum

betekenis & definitie

Dorp, ontstaan na ontginningen in de 11de eeuw aan de westelijke rand van de Brunssumerheide nabij het in 1386 voor het eerst vermelde Genhoes (afgebroken 1930). Tot ver in de 19de eeuw was Brunssum een bescheiden wegdorp met aan de zuidzijde het gehucht Rumpen.

De aanleg van Staatsmijn Hendrik (1911-'16) en de westelijker gelegen Staatsmijn Emma (1908-'13) betekenden een grote impuls voor Brunssum. In de periode 1912-'27 kwamen verschillende mijnwerkerskoloniën tot stand, zoals Venweg en Langeberg en ten noorden van de Staatsmijn Hendrik de complexen Schuttersveld en De Egge.

De cirkel rond de oude dorpskern werd gesloten door de woninggroepen Rozengaard en 't Heufke. Na de sluiting van de mijnen in 1973 zijn veel woningen gerenoveerd of vervangen door nieuwbouw.

Van de tijdens de Eerste Wereldoorlog tot ontginning gebrachte bruinkoolmijn Brunahilde resteert de vijver in het Vijverpark. Sinds 1967 is in Brunssum het Navohoofdkwartier AFCENT (nu AFNORTH) gevestigd.