Gepubliceerd op 02-01-2020

Loppersum

betekenis & definitie

Wierdedorp met een langgerekte structuur, ontstaan in de vroege middeleeuwen. De centraal op de wierde aangelegde Lage- en Hogestraat zijn tekenend voor de ontwikkeling als handelswierde.

Bij de vorming van de wierde heeft ook de meer westelijk gelegen voormalige kreekstroom de Fivel een rol gespeeld. Aan het noordeinde breidde men de wierde rond 800 uit voor de bouw van een eerste kerk.

In de late middeleeuwen werd de langs de zuidrand van het dorp gegraven Loppersumer Wijmers de belangrijkste handelsweg. De Schipsloot vormt de verbinding met de voet van de wierde.

Aan de oostzijde ontstonden in de 17de eeuw parallel aan de Lagestraat de Middenstraat en de Kruisweg. De ten zuiden van de kerk gelegen Aylkumaborg werd waarschijnlijk rond 1780 afgebroken.

Na de aanleg van de spoorlijn Groningen-Delfzijl (1884) kwam aan de noordzijde een kleine stationswijk met vrijstaande villa's tot stand, gevolgd door de bouw van middenstandswoningen langs de Singelweg en de Wirdumerweg. Op basis van een uit 1936 stammend uitbreidingsplan kwam aan de westzijde nieuwbouw tot stand.

Na de Tweede Wereldoorlog trad verdichting op van de bebouwing tussen het spoor en de Loppersumer Wijmers. De wierde zelf is beschermd gezicht.