Gepubliceerd op 02-01-2020

Farmsum (gemeente Delfzijl)

betekenis & definitie

Wierdedorp, ontstaan in de vroege middeleeuwen door het aaneengroeien van een aantal huiswierden. Aan de zuidzijde van het dorp verrees in het begin van de 13de eeuw het Huis te Farmsum, dat in 1499 door de Groningers werd verwoest.

Het herstelde huis was bezit van de familie Ripperda en vanaf 1693 van de familie Rengers, waarna het uiteindelijk in 1812 werd afgebroken. In 1515 en 1814 had het dorp te lijden van oorlogsgeweld.

Het wierdegedeelte van de borg, bij de Borgweg, heeft men in 1882 afgegraven. Door de aanleg van het Eemskanaal in 1870-'76 werd Farmsum gescheiden van het nabijgelegen Delfzijl.

Bij de verbetering van dit kanaal in 1961-'65, kwam de monding met de nieuwe zeesluis aan de zuidoostzijde van het dorp te liggen. Hier kwam ook een uitbreidingswijk tot stand.