Het voorm. Wijnhuis (Groenmarkt 40) is een pand met souterrain, beletage en beeldbepalende toren van vier geledingen met balustrade, achtkantige lantaarn, een opbouw met wijzerplaten en een carillon-koepeltje. Het ter plaatse als herberg ingerichte laat-14de-eeuwse huis Vreden werd in 1447 verbouwd tot stadsherberg annex waag (beneden) en hoofd- en burgerwacht (boven).
In 1616-'20 verrees aan de voorzijde een door trappen geflankeerd bordes met midden daarvoor een nieuwe waagpoort in Bentheimer zandsteen. Deze maniëristische poort bevat in de zwikken afbeeldingen van Prudentia (Voorzichtigheid) en Justitia (Gerechtigheid). De poort kwam vermoedelijk tot stand naar plannen van steenhouwer Berndt Sporck en stadsmetselaar Gerrit Gaerts. De flankerende zijpoortjes zijn herkapt in 1863. In 1620-'27 werd de bovenverdieping van het wijnhuis Vreden vergroot en aan de voorzijde verrees een voor de helft op het bordes uitgebouwde torenromp naar plannen van de nieuwe stadsmetselaar Emond Hellenraet. In 1637-'41 volgden de twee bovenste torengeledingen in maniëristische vormen, met een superpositie van dorische pilasters, evenals de achtkantige lantaarn met slanke dorische zuilen.
Aan de kant van de Lange Hofstraat ontwierp Hellenraet in 1659 een portiek met overhuifd bordes (verwoest 1945). Het eigenlijke wijnhuis Vreden werd in 1863 herbouwd, maar brandde in 1945 uit, waarna in 1954 herbouw volgde naar plannen van W.J. Gerritsen en C.J. Cramer. De Wijnhuistoren werd in 1920 door brand verwoest en werd in 1924 hersteld naar plannen van S. de Clercq. Van het door François en Pieter Hemony gegoten carillon uit 1642 bevinden zich nog zes klokken in het Stedelijk Museum.