Monumenten in Nederland: Gelderland

Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert en Marc Tenten (2000)

Gepubliceerd op 29-06-2017

De R.K. St.-Johannes de Doper in Zutphen

betekenis & definitie

De R.K. St.-Johannes de Doper of Nieuwstadkerk (Nieuwstadskerksteeg 2) is een driebeukige hallenkerk met driezijdig gesloten koor en een rijzige toren van vijf geledingen met ingesnoerde naaldspits bekroond door een koepeltje. De Nieuwstadsparochie wordt al in 1272 genoemd, maar de oudste delen van de kerk stammen uit circa 1300, te weten de onderste drie geledingen van de toren, het middenschip en de eerste travee van het koor. De toren werd rond 1439 verhoogd en kreeg in 1439-'42 de huidige spits.

In de toren hangen drie klokken: uit 1441 (Gobel Moer), 1443 en 1565 (Willem Wegewaert). Midden 15de eeuw werd het koor vergroot (1459 gewijd) en verrezen de eerste drie traveeën van de zuidbeuk; de vierde volgde niet lang daarna. De noordbeuk kwam rond 1500 tot stand. Na een brand in het begin van de 16de eeuw kreeg de hallenkerk drie nieuwe kappen en verlengde men de zijbeuken aan de oostzijde met een travee. In 1806 werd de kerk aan de katholieken teruggegeven (herwijd 1816). De bekroning van de torenspits is in 1919 vernieuwd. De toren onderging in 1927-'28 een algehele restauratie. Het nieuwe portaal aan de westzijde van de zuidbeuk stamt uit die tijd en vermoedelijk ook de huidige (pseudo-oude) sacristie. De kerk is gerestaureerd in 1982-'83 en in 1998-'99.

Inwendig heeft de kerk zware en niet geheel gelijkvormige pijlerparen die afwisselend gordelbogen dragen met daartussen kruisribgewelven. Het geheel maakt een gedrongen indruk. De in 1912-'13 aangebrachte polychromie is in 1951 onder een witlaag verdwenen. Tot de inventaris behoren een door J.W. Timpe gebouwd orgel (1818), een neogotisch Maria-altaar (circa 1870), een triomfkruis (1887) en kruiswegstaties door N. Poland (1912). In het torenportaal bevindt zich een mogelijk 16de-eeuwse reliëfkop. De pastorie (Tengnagelshoek 5) werd gebouwd in 1842 en is in 1902 grondig vernieuwd naar plannen van F.A. Ludewig.