Gepubliceerd op 02-01-2020

Gasthuizen en kameren in Leeuwarden

betekenis & definitie

Gasthuizen en kameren. Het in 1652 door Anna van Eysinga, weduwe van Philip van Boshuisen, grietman van het Bildt, gestichte Boshuisen Gasthuis (Jacobijnerkerkhof 7) bestaat uit woningen rond een kleine binnenplaats.

Bij een recente restauratie zijn de ruimtes van de woningen herverdeeld. Uit 1652 dateert het poortje dat het binnenhof afsluit.

Het van een stichtelijke tekst voorziene buitenste poortje bevond zich oorspronkelijk in de in 1830 afgebroken ringmuur van het Jacobijnerkerkhof. Ten noorden van het gasthuis staan de Luilekkerlandkameren (Groeneweg 24-32 e.o.) , een in het begin van de 18de eeuw opgetrokken complex voorm. vrijwoningen, het zogeheten Luilekkerland.

De ruggelings tegen elkaar gebouwde kameren zijn eind jaren zestig van de 20ste eeuw gerestaureerd. Het uit 1696 daterende Popta- of Struivingspoortje (bij Nieuwestad 58), een classicistisch poortje met romano-pilasters, gaf toegang tot de Poptakameren, een midden-16de-eeuwse hofje, dat in 1696 is uitgebreid door Henricus Popta en dat in 1846 is gesloopt.

Het Marcelis Goverts Gasthuis (Noordersingel 54-54k) , oorspronkelijk in 1658 door Marcelis Goverts op de Oostergrachtswal gesticht, is in 1877 verplaatst naar de huidige plek aan de Noordersingel. De naar plannen van H.R.

Stoett tot stand gekomen herbouw met hoofdvleugel en drie dwarsvleugels is uitgevoerd in neorenaissance-vormen. Van het oorspronkelijke gasthuis zijn de classicistische ingangspoort en een gevelsteen uit 1658 bewaard gebleven.

Een andere gevelsteen memoreert de herbouw.

Het Gabbema Gasthuis (Wijbrand de Geeststraat 42-42g) is de nieuwbouw uit 1906 van het oorspronkelijk in 1634 door Abbe Freerks Gabbema bij de Jacobijnerkerk gestichte gasthuis.

Het door W.C. de Groot ontworpen U-vormige eenlaagspand in kleurrijke jugendstilvormen is opgetrokken in oranjerode verblendsteen en rood- en groen geglazuurde pannen. Boven de ingang bevindt zich een polychroom tegeltableau met de naam van de instelling en daarboven een houten klokkentorentje met ingesnoerde naaldspits.

Het interieur is rond 1980 gemoderniseerd, maar bevat nog enkele originele onderdelen. Aardig is ook het tuinhek in jugendstil-vormen.