Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

gajes (II)

betekenis & definitie

(< Jidd. chajes, leven < Hebr. chajjoes, leven), leven: Wees niet geleerd, lees geene Boeke, Blijf gansch je gajis maar ’n kruk, JUL. DE VRIES 47; vrijwel altijd in de hierna genoemde vaste verb.: om gajes brengen, -helpen, -maken: Als ze dat (abortus) most late doen, dan ging ze liever meteen ineene dood.

Dan most de Schele haar maar om gajes brenge, STOKVIS1 13; om gajes gaan, doodgaan: Hij (viel) zoo netjes dat hij met zijn ros den kant van het biljart raakte en wij niet anders dachten of hij was om gaaies gegaan, J. DE VRIES 98.