Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Gepubliceerd op 11-01-2021

Staar

betekenis & definitie

grauwe —, cataracta, lenstroebeling, op oudere leeftijd een normaal verschijnsel, dat samenhangt met de stofwisseling in de kern van de lens (zie aldaar), waarbij meestal ook een gele verkleuring optreedt (cataracta senilis); op jeugdige leeftijd kan staar aangeboren zijn (cataracta congenita) tengevolge van kiembeschadiging (bijv. rode hond van de moeder in de eerste zwangerschapsweken); behalve stofwisselingsziekten kunnen ook verwondingen (traumatisch cataract) en hitte en/of fel licht de oorzaak zijn (glasblazers-, lassers-staar). Het is tot nog toe niet gelukt het troebelen van de lens door medicamenten te verhinderen, hoewel in de lekenpers wel eens berichten daarover staan.

Men spreekt van een „rijpe” staar (cataracta matura), zodra de troebele lensvezels een samenhangende vaste massa vormt, die met de staarsteek (zie aldaar) kan worden verwijderd. Voor groene staar, zie glaucoma.