de aanwezigheid van een hoeveelheid lucht in de borstholte, buiten de long tussen de beidepleurabladen in;
1. een door Forlanini (zie aldaar) ingevoerde methode van collapstherapie van longtuberculose, waarbij men door lucht te brengen tussen borst-en longvlies een deel van het longweefsel rust verschaft;
2. kan ook spontaan ontstaan door het barsten van een (emfysemateus) longblaasje of door een verwonding van buitenaf. zie ook spannings- of ventielpneumothorax.