systole (zie aldaar), de plotseling volledige samentrekking van beide hartkamers, waardoor het zich daarin bevindend bloed in de grote slagaders wordt gepompt. De „slag”, als een zacht dof kloppen te horen, is een dubbelslag door het sluiten der twee- en drieslippige hartkleppen (1ste toon) en van de halvemaanvormige hartkleppen (2de toon).
De frequentie van de hartslag bedraagt in rust 60-80 slagen in regelmatig rhythme, doch wordt bij inspanning en opwinding makkelijk 120 en meer. Door stoornissen in (het prikkelgeleidingssysteem van) de hartspier kunnen onregelmatigheden (rhythmestoomissen of arrhythmieën) optreden, waarvan de extrasystolie (zie aldaar) onschuldig is.De hartslag plant zich als een golf van bloeddrukverhoging door de slagaderen voort en is daar als polsslag te voelen.
