electroencefalogram, E.E.G.; een registratie van de uiterst zwakke electrische stroomstootjes, welke de functie van de celgebieden van de hersenschors voortdurend begeleiden; deze worden tegenwoordig vaak van 8 verschillende plaatsen (afleidingen) aan de buitenzijde van de schedel gemeten om algemene of plaatselijke (!) afwijkingen op het spoor te komen. De electrische spanningsschommelingen vertonen drie rhythmen: de grote alfa-golven (10 per seconde), beta-golven (25 per seconde) en de gamma-golven (50 per seconde).
Bij het onderzoek en de behandeling van epilepsie en soortgelijke aandoeningen is de encefalografie reeds een onmisbaar hulpmiddel voor het stellen van de diagnose, de eventuele keuze en uitvoering van een operatie en de contrôle van ieder soort behandeling. Maar ook bij de diagnostiek van geheel andere ziekten gaat de toename van onze kennis van de electrofysiologische verschijnselen der hersenschors een rol spelen.