Wat is de betekenis van zege?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zege

v., (hog. st.) overwinning: de zege behalen; — triomf: de zege der deugd over de ondeugd.

2025-07-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zege

Het begrip zege heeft 3 verschillende betekenissen: 1) overwinning. het in zijn voordeel beslissen van een strijd, oorspronkelijk een gewapende strijd, in de oorlog, maar vervolgens ook in allerlei andere toepassingen waarbij van strijd, wedijver of competitie sprake is, zoals in de sport, de politiek, het recht of in moreel en geestelijk op...

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zege

zege - Zelfstandignaamwoord 1. overwinning, victorie De thuisclub behaalde een belangrijke zege. zege - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van zeeg Synoniemen triomf, zegepraal

2025-07-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

zege

(de; -s) SP - overwinning, triomf: de zege was aan Steven Rooks, de overwinning werd behaald door Steven Rooks; de zege behalen; het is een gekochte zege, een zege waarvoor betaald is, bv. om een medevluchter niet voluit mee te laten sprinten.

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zege

s., sege, oerwinning.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zege

v. (overwinning): de zege behalen op.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zege

v. (-s) overwinning, maar deftiger en poëtischer: de op iemand behalen; de der deugd over de ondeugd. Syn.➝ overwinning.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zege

v./m., (litt. taal) overwinning: de — behalen; (ook van sportwedstrijden).

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Zege

(overwinning), van het Idg. segkos = overweldigende macht, verwant met het Skr. sah = overwinnen.