Wat is de betekenis van Wiese?

2025-07-27
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Wiese

Wiese, Albertus Henricus, Nederlands koloniaal bewindsman, *1761 Bremen, +7.3.1810 Haarlem. Wiese vertrok in 1774 als scheepsjongen naar Nederlands-Oost-Indië. Hij werd in 1791 koopman en in 1794 raad extra-ordinaris in de → Raad van Indië. In 1801 werd hij eerste raad en directeur-generaal van Nederlands-Indië. Van 1805-1808 was hij → gouverneur-g...

2025-07-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Wiese

weide (hooiland).

2025-07-27
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Wiese

rechter zijrivier v/d Rijn, ontspringend i/h Schwarzwalfl, uitmondend bij Bazel, 82 km.

2025-07-27
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Wiese

Wiese (Ludwig), een verdienstelijk opvoedkundige, geboren den 30sten December 1806 te Herford in Westfalen, studeerde te Berlijn in de godgeleerdheid, wijsbegeerte en letteren en werd in 1830 leeraar aan het Friedrich-Wilhelm-gymnasium te Berlijn, in 1831 conrector aan het gymnasium te Klausthal, in 1833 prorector te Prenzlau en in 1838 professor a...