Wat is de betekenis van Union?

bond, eendracht, eensgezindheid, vereniging

Union - Zie: Bioscoop

vereniging, verbinding, verbintenis; (ver)bond, unie; echt, huwelijk; eensgezindheid; eendracht; union douanière, tolverbond; l’union fait la force, eendracht maakt macht.

aaneenvoeging, vereniging, verbinding; verbond; unie; verbintenis [ook = huwelijk]; heling [v. wond]; vakvereniging, arbeidersvereniging; eendracht(igheid), eensgezindheid; district belast met uitvoering van de armwetten; armenwerkhuis van een union; union is strength, eendracht maakt macht.

unie, bond, liga.

vereniging, genezing, aan elkaar groeien (met name van gebroken been).

f. vereniging, verbintenis; eendracht; huwelijk; verbond; en unión coa, te zamen met.

Naam in de Duitsche geschiedenis der 19e eeuw gegeven aan den Klein-Duitschen staat, dien Pruisen onder uitsluiting van Oostenrijk in 1849-’50 trachtte op te richten. Op 26 Mei 1849 sloot Pruisen met Saksen en Hannover het zgn. ➝ Driekoningenverbond (vgl. ➝ Trias-politiek), waar de meeste kleine staten zich bij aansloten. Maar het Weener Kabi...

stad in den n.-amerik. staat NewYork, aan de Hudson, tegenover New-York, 12.000 inw.