Uitspruiten
(sproot uit, is uitgesproten), als een spruit naar buiten, uit de grond komen, opschieten: het gras begint uit te spruiten; — de aardappels spruiten uit, krijgen uitlopers ; — (fig.) ondeugden spruiten welig uit.
Van Dale Uitgevers (1950)
(sproot uit, is uitgesproten), als een spruit naar buiten, uit de grond komen, opschieten: het gras begint uit te spruiten; — de aardappels spruiten uit, krijgen uitlopers ; — (fig.) ondeugden spruiten welig uit.
Wiktionary (2019)
uitspruiten - Werkwoord 1. (intr) als een spruit naar buiten, uit de grond komen Woordherkomst samenstelling van uit en spruiten Verwante begrippen botten, spruiten, uitbotten, uitschieten
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('uit) (sproot uit, is uitgesproten) 1. uit de grond spruiten, opschieten. 2. spruitjes krijgen.
J.H. van Dale (1898)
UITSPRUITEN - (sproot uit, is uitgesproten), voortkomen, opschieten: het gras begint uit te spruiten; de aardappels spruiten uit, krijgen uitloopers; ondeugden spruiten welig uit. UITSPRUITING, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: