Wat is de betekenis van trotseren?

(trotseerde, heeft getrotseerd), zich stellen tegenover, hot hoofd bieden, onder de ogen zien of treden: de vijand, het gevaar trotseren: — zich blootstellen aan: de dood trotseren.

trotseren - Werkwoord 1. (ov) niet laten afschrikken door iemand of iets ♢ De storm trotseren.

trotseren - regelmatig werkwoord uitspraak: trot-se-ren 1. er geen rekening mee houden ♢ ze trotseerden de kou en kwamen toch naar ons toe Regelmatig werkwoord: trot-se-ren ik trotseer j...

tarten; zich niet laten afschrikken door

getrotseerd; uittarten: het gevaar trotseren, moedig onder de ogen zien; het vijandelijk vuur trotseren, zich blootstellen aan.

('se:rən) (trotseerde, heeft getrotseerd) 1. moedig onder de ogen zien, treden, uitdagen, tarten : de wand -. 2. het hoofd bieden aan : het gevaar -. 3. zich blootstellen aan : het vijandelijk vuur -. 4. zich hoogmoedig verheffen : op rang, stand, moed -.

(trotseerde, heeft getrotseerd), het hoofd bieden aan: het gevaar trotseren; zich blootstellen aan: de dood trotseren; bestand zijn tegen: de eeuwen kunnen trotseren.

trotseren ww. 'weerstaan' categorie: geleed woord, leenwoord Vnnl. daerop trotseren 'daar trots op zijn' [1614; iWNT], 'tarten, uitdagen, verzet plegen tegen' in niet om de heeren te trotseeren [1627; iWNT], met betrekking tot zaken ook 'standhouden tegen' in die hem den Dood deden trotseren [1648; iWNT]; nnl. ...

...