Troglodiet
(<Gr.), m. (-en), holbewoner, primitief mens; — (fig.) mijnwerker.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw, vero.) (sch.) mijnwerker. Eigenlijk: holbewoner. • Troglodyten, holbewoners, in 't -algemeen die' volken, welke, voornamelijk in sommige landen van Azië, in holen en onder den grond woonden. Van gr. troglè (gat, holte) en,'duein (in trans duiken). Ook: scheldnaam voor mijnwerkers en voor eenzijdige critici. (Taco H. de B...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
troglodiet - Zelfstandignaamwoord 1. een mens die in grotten (of holen) leeft ♢ Troglodieten woonden in grotten. 2. (pejoratief) een dom, bruut persoon ♢ Wat is hij een ongelofelijke troglodiet. Woordherkomst Afgeleid via het Latijnse trōgl...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. troglodyta, Gr. trooglodutès, van trooglè = hol, en duein = binnenduiken] holbewoner.
Jozef Verschueren (1930)
(troglo'di:t) m. (-en) [Fr. < Gr. troglè, holte + duein, ingaan] 1. Eig. holbewoner als vertegenwoordiger van een primitief en weinig beschaafd mensenras. 2. Metf. mijnwerker.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: